Dutch-Norwegian translation of afwenden

Translation of the word afwenden from dutch to norwegian, with synonyms, antonyms, verb conjugation, pronunciation, anagrams, examples of use.

afwenden in Norwegian

afwenden
hoofdverb vende bort, vri bort
  aanvalverb parere
  gezichtverb vende bort, vri bort
  gevaarverb avverge, unnarydde
Similar words

 
 

afwenden as verb
InfinitivePresent participlePast participle
afwendenafwendendafgewend
Present
ikwend af
jijwendt af
hijwendt af
wijwenden af
julliewenden af
zijwenden af
Present perfect
ikheb afgewend
jijhebt afgewend
hijheeft afgewend
wijhebben afgewend
julliehebben afgewend
zijhebben afgewend
Past
ikwendde af
jijwendde af
hijwendde af
wijwendden af
julliewendden af
zijwendden af
Past perfect
ikhad afgewend
jijhad afgewend
hijhad afgewend
wijhadden afgewend
julliehadden afgewend
zijhadden afgewend
Future
ikzal afwenden
jijzult afwenden
hijzal afwenden
wijzullen afwenden
julliezullen afwenden
zijzullen afwenden
Future perfect or future anterior
ikzal afgewend hebben
jijzult afgewend hebben
hijzal afgewend hebben
wijzullen afgewend hebben
julliezullen afgewend hebben
zijzullen afgewend hebben
Conditional
Imperfect
ikzou afwenden
jijzou afwenden
hijzou afwenden
wijzouden afwenden
julliezouden afwenden
zijzouden afwenden
Perfect
ikzou afgewend hebben
jijzou afgewend hebben
hijzou afgewend hebben
wijzouden afgewend hebben
julliezouden afgewend hebben
zijzouden afgewend hebben
Imperative
Affirmative
jijwend af
Your last searches
afwenden