Niederländisch-Schwedisch Übersetzung von een hopeloze zaak zijn

Übersetzung des Wortes een hopeloze zaak zijn von niederländisch zu schwedisch, mit Synoynmen, Antonymen, Verbkonjugationen, Betonung, Anagrammen, Beispielen.

een hopeloze zaak zijn in schwedisch

een hopeloze zaak zijn
nederlaagVerb vara ett hopplöst fall

 
 

InfinitivPräsens PartizipPast Partizip
een hopeloze zaak zijnzijndgeëen hopeloze zaak weest
Präsens
ikeen hopeloze zaak ben
jijeen hopeloze zaak bent
hijeen hopeloze zaak is
wijeen hopeloze zaak zijn
jullieeen hopeloze zaak zijn
zijeen hopeloze zaak zijn
Präsenz Perfekt
ikben geëen hopeloze zaak weest
jijbent geëen hopeloze zaak weest
hijis geëen hopeloze zaak weest
wijzijn geëen hopeloze zaak weest
julliezijn geëen hopeloze zaak weest
zijzijn geëen hopeloze zaak weest
Vergangenheit
ikeen hopeloze zaak was
jijeen hopeloze zaak was
hijeen hopeloze zaak was
wijeen hopeloze zaak waren
jullieeen hopeloze zaak waren
zijeen hopeloze zaak waren
Past perfect
ikwas geëen hopeloze zaak weest
jijwas geëen hopeloze zaak weest
hijwas geëen hopeloze zaak weest
wijwaren geëen hopeloze zaak weest
julliewaren geëen hopeloze zaak weest
zijwaren geëen hopeloze zaak weest
Zukunft
ikzal een hopeloze zaak zijn
jijzult een hopeloze zaak zijn
hijzal een hopeloze zaak zijn
wijzullen een hopeloze zaak zijn
julliezullen een hopeloze zaak zijn
zijzullen een hopeloze zaak zijn
Futurperfekt or future anterior
ikzal geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
jijzult geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
hijzal geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
wijzullen geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
julliezullen geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
zijzullen geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
Konditional
Imperfekt
ikzou een hopeloze zaak zijn
jijzou een hopeloze zaak zijn
hijzou een hopeloze zaak zijn
wijzouden een hopeloze zaak zijn
julliezouden een hopeloze zaak zijn
zijzouden een hopeloze zaak zijn
Perfekt
ikzou geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
jijzou geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
hijzou geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
wijzouden geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
julliezouden geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
zijzouden geëen hopeloze zaak weest zijn; wezen
Imperativ
Affirmative
jijeen hopeloze zaak wees