Traducción de joderen de Holandés a Sueco

Traducción de la palabra joderen de holandés a sueco con sinónimos, antónimos, conjugación, pronunciación y ejemplos de uso.

joderen en sueco

joderen
geneeskundeverbo jodbehandla
Palabras similares

 
 

joderen como verbo
InfinitivoPresent participlePast participle
joderenjoderendgejodeerd
Presente
ikjodeer
jijjodeert
hijjodeert
wijjoderen
julliejoderen
zijjoderen
Present perfect
ikheb gejodeerd
jijhebt gejodeerd
hijheeft gejodeerd
wijhebben gejodeerd
julliehebben gejodeerd
zijhebben gejodeerd
Past
ikjodeerde
jijjodeerde
hijjodeerde
wijjodeerden
julliejodeerden
zijjodeerden
Past perfect
ikhad gejodeerd
jijhad gejodeerd
hijhad gejodeerd
wijhadden gejodeerd
julliehadden gejodeerd
zijhadden gejodeerd
Futuro
ikzal joderen
jijzult joderen
hijzal joderen
wijzullen joderen
julliezullen joderen
zijzullen joderen
Future perfect or future anterior
ikzal gejodeerd hebben
jijzult gejodeerd hebben
hijzal gejodeerd hebben
wijzullen gejodeerd hebben
julliezullen gejodeerd hebben
zijzullen gejodeerd hebben
Condicional
Imperfecto
ikzou joderen
jijzou joderen
hijzou joderen
wijzouden joderen
julliezouden joderen
zijzouden joderen
Perfecto
ikzou gejodeerd hebben
jijzou gejodeerd hebben
hijzou gejodeerd hebben
wijzouden gejodeerd hebben
julliezouden gejodeerd hebben
zijzouden gejodeerd hebben
Imperativo
Afirmativo
jijjodeer