Néerlandais-Norvégien traduction de bezoedelen

Traduction du mot bezoedelen de néerlandais vers norvégien, avec synonymes, antonymes, conjugaison du verbe, prononciation, anagrammes, exemples d'utilisation.

bezoedelen dans norvégien

bezoedelen
verontreinigingverbe forurense, smusse ned, forpeste, forderve
  vuilverbe besudle, nedkline
  reputatieverbe flekke, besudle, skamfere, vanære
Mots similaires

 
 

bezoedelen en tant que verbe
InfinitifParticipe présentParticiple passé
bezoedelenbezoedelendbezoedeld
Présent
ikbezoedel
jijbezoedelt
hijbezoedelt
wijbezoedelen
julliebezoedelen
zijbezoedelen
Passé composé
ikheb bezoedeld
jijhebt bezoedeld
hijheeft bezoedeld
wijhebben bezoedeld
julliehebben bezoedeld
zijhebben bezoedeld
Passé
ikbezoedelde
jijbezoedelde
hijbezoedelde
wijbezoedelden
julliebezoedelden
zijbezoedelden
Plus-que-parfait
ikhad bezoedeld
jijhad bezoedeld
hijhad bezoedeld
wijhadden bezoedeld
julliehadden bezoedeld
zijhadden bezoedeld
Futur
ikzal bezoedelen
jijzult bezoedelen
hijzal bezoedelen
wijzullen bezoedelen
julliezullen bezoedelen
zijzullen bezoedelen
Futur antérieur
ikzal bezoedeld hebben
jijzult bezoedeld hebben
hijzal bezoedeld hebben
wijzullen bezoedeld hebben
julliezullen bezoedeld hebben
zijzullen bezoedeld hebben
Conditionnel
Imparfait
ikzou bezoedelen
jijzou bezoedelen
hijzou bezoedelen
wijzouden bezoedelen
julliezouden bezoedelen
zijzouden bezoedelen
Passé composé
ikzou bezoedeld hebben
jijzou bezoedeld hebben
hijzou bezoedeld hebben
wijzouden bezoedeld hebben
julliezouden bezoedeld hebben
zijzouden bezoedeld hebben
Impératif
Affirmatif
jijbezoedel
Vos dernières recherches