Néerlandais-Suédois traduction de discussiëren

Traduction du mot discussiëren de néerlandais vers suédois, avec synonymes, antonymes, conjugaison du verbe, prononciation, anagrammes, exemples d'utilisation.

discussiëren dans suédois

discussiëren
besprekenverbe argumentera, diskutera, debattera
Mots similaires

 
 

discussiëren en tant que verbe
InfinitifParticipe présentParticiple passé
discussiërendiscussiërendgediscussiërd
Présent
ikdiscussiër
jijdiscussiërt
hijdiscussiërt
wijdiscussiëren
julliediscussiëren
zijdiscussiëren
Passé composé
ikheb gediscussiërd
jijhebt gediscussiërd
hijheeft gediscussiërd
wijhebben gediscussiërd
julliehebben gediscussiërd
zijhebben gediscussiërd
Passé
ikdiscussiërde
jijdiscussiërde
hijdiscussiërde
wijdiscussiërden
julliediscussiërden
zijdiscussiërden
Plus-que-parfait
ikhad gediscussiërd
jijhad gediscussiërd
hijhad gediscussiërd
wijhadden gediscussiërd
julliehadden gediscussiërd
zijhadden gediscussiërd
Futur
ikzal discussiëren
jijzult discussiëren
hijzal discussiëren
wijzullen discussiëren
julliezullen discussiëren
zijzullen discussiëren
Futur antérieur
ikzal gediscussiërd hebben
jijzult gediscussiërd hebben
hijzal gediscussiërd hebben
wijzullen gediscussiërd hebben
julliezullen gediscussiërd hebben
zijzullen gediscussiërd hebben
Conditionnel
Imparfait
ikzou discussiëren
jijzou discussiëren
hijzou discussiëren
wijzouden discussiëren
julliezouden discussiëren
zijzouden discussiëren
Passé composé
ikzou gediscussiërd hebben
jijzou gediscussiërd hebben
hijzou gediscussiërd hebben
wijzouden gediscussiërd hebben
julliezouden gediscussiërd hebben
zijzouden gediscussiërd hebben
Impératif
Affirmatif
jijdiscussiër