Nederlansk-Svensk oversettelse av belijden

Oversettelse av ordet belijden fra nederlansk til svensk, med synonymer, antonymer, verbbøying, uttale, anagrammer og eksempler på bruk.

belijden på svensk

belijden
schuldgevoelverb erkänna, medge, bekänna
  godsdienstverb bekänna sig till
Liknende ord

 
 

belijden som verb
InfinitivPresent participlePartisipp
belijdenbelijdendbeleden
Presens
ikbelijd
jijbelijdt
hijbelijdt
wijbelijden
julliebelijden
zijbelijden
Present perfect
ikheb beleden
jijhebt beleden
hijheeft beleden
wijhebben beleden
julliehebben beleden
zijhebben beleden
Past
ikbeleed
jijbeleed
hijbeleed
wijbeleden
julliebeleden
zijbeleden
Past perfect
ikhad beleden
jijhad beleden
hijhad beleden
wijhadden beleden
julliehadden beleden
zijhadden beleden
Presens futurum
ikzal belijden
jijzult belijden
hijzal belijden
wijzullen belijden
julliezullen belijden
zijzullen belijden
Preteritum futurum
ikzal beleden hebben
jijzult beleden hebben
hijzal beleden hebben
wijzullen beleden hebben
julliezullen beleden hebben
zijzullen beleden hebben
Kondisjonalis
Preteritum (Fortid)
ikzou belijden
jijzou belijden
hijzou belijden
wijzouden belijden
julliezouden belijden
zijzouden belijden
Presens perfektum
ikzou beleden hebben
jijzou beleden hebben
hijzou beleden hebben
wijzouden beleden hebben
julliezouden beleden hebben
zijzouden beleden hebben
Imperativ
Bekreftende
jijbelijd