Holländska-Svenska översättning av aanbelangen

Översättning av ordet aanbelangen från holländska till svenska med synonymer, motsatsord, verbböjningen, uttal, anagram, exempel på användning.

aanbelangen in svenska

aanbelangen
aangaanverb angå, röra, beröra
Liknande ord

 
 

aanbelangen som verb
InfinitivPresent participlePerfekt particip
aanbelangenaanbelangendaangebelangd
Presens
ikbelang aan
jijbelangt aan
hijbelangt aan
wijbelangen aan
julliebelangen aan
zijbelangen aan
Present perfect
ikheb aangebelangd
jijhebt aangebelangd
hijheeft aangebelangd
wijhebben aangebelangd
julliehebben aangebelangd
zijhebben aangebelangd
Past
ikbelangde aan
jijbelangde aan
hijbelangde aan
wijbelangden aan
julliebelangden aan
zijbelangden aan
Past perfect
ikhad aangebelangd
jijhad aangebelangd
hijhad aangebelangd
wijhadden aangebelangd
julliehadden aangebelangd
zijhadden aangebelangd
Futurum I
ikzal aanbelangen
jijzult aanbelangen
hijzal aanbelangen
wijzullen aanbelangen
julliezullen aanbelangen
zijzullen aanbelangen
Future perfect or future anterior
ikzal aangebelangd hebben
jijzult aangebelangd hebben
hijzal aangebelangd hebben
wijzullen aangebelangd hebben
julliezullen aangebelangd hebben
zijzullen aangebelangd hebben
Konditional
Imperfekt
ikzou aanbelangen
jijzou aanbelangen
hijzou aanbelangen
wijzouden aanbelangen
julliezouden aanbelangen
zijzouden aanbelangen
Perfekt
ikzou aangebelangd hebben
jijzou aangebelangd hebben
hijzou aangebelangd hebben
wijzouden aangebelangd hebben
julliezouden aangebelangd hebben
zijzouden aangebelangd hebben
Imperativ
Bekräftande
jijbelang aan
Din senaste sökningar