Holländska-norska översättning av samenbinden

Översättning av ordet samenbinden från holländska till norska med synonymer, motsatsord, verbböjningen, uttal, anagram, exempel på användning.

samenbinden in norska

samenbinden
papierverb bunte sammen
Liknande ord

 
 

samenbinden som verb
InfinitivPresent participlePerfekt particip
samenbindensamenbindendsamengebonden
Presens
ikbind samen
jijbindt samen
hijbindt samen
wijbinden samen
julliebinden samen
zijbinden samen
Present perfect
ikheb samengebonden
jijhebt samengebonden
hijheeft samengebonden
wijhebben samengebonden
julliehebben samengebonden
zijhebben samengebonden
Past
ikbond samen
jijbond samen
hijbond samen
wijbonden samen
julliebonden samen
zijbonden samen
Past perfect
ikhad samengebonden
jijhad samengebonden
hijhad samengebonden
wijhadden samengebonden
julliehadden samengebonden
zijhadden samengebonden
Futurum I
ikzal samenbinden
jijzult samenbinden
hijzal samenbinden
wijzullen samenbinden
julliezullen samenbinden
zijzullen samenbinden
Future perfect or future anterior
ikzal samengebonden hebben
jijzult samengebonden hebben
hijzal samengebonden hebben
wijzullen samengebonden hebben
julliezullen samengebonden hebben
zijzullen samengebonden hebben
Konditional
Imperfekt
ikzou samenbinden
jijzou samenbinden
hijzou samenbinden
wijzouden samenbinden
julliezouden samenbinden
zijzouden samenbinden
Perfekt
ikzou samengebonden hebben
jijzou samengebonden hebben
hijzou samengebonden hebben
wijzouden samengebonden hebben
julliezouden samengebonden hebben
zijzouden samengebonden hebben
Imperativ
Bekräftande
jijbind samen